DARF - vertaling in Nederlands

• mag
• kan
• moet
• zal
• laat
• mogen
• mocht
• zou
• kunnen
• kunt
• moeten
• kon
• laten
• moge
• moest

Voorbeelden van het gebruik van Darf in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Darf ich Ihnen einen Kaffee bringen?
Zal ik koffie voor u halen?

Darf ich bei den Objektivmodifikationen helfen, Nummer Zwei?
Kan ik helpen met de lensmodificaties, Nummer Twee?

Mit meinen Schmerzmitteln darf ich nicht Auto fahren.
Ik mag met mijn pijnstillers niet autorijden.

Darf ich Sie zum Essen einladen?
Zou je met mij mee uit eten willen gaan?

Die Braut darf am Hochzeitstag keine Witwe treffen.
Weduwen mogen de bruid niet zien op haar trouwdag.

Wieso darf ich nicht mit Vater nach Spanien?
Waarom mocht ik niet mee met vader naar Spanje?

Darf ich vorstellen, meine Verlobte, Miss Violet Hayward.
Miss Violet Hayward. Laat me je mijn verloofde voorstellen.

Ich… darf ich meine Frau sprechen?
Ik moet met mijn vrouw praten?

Was darf es sein, Lafayette?
Wat zal het zijn, Lafayette?

Darf ich erst mal zu meinem Dad gehen?
Kan ik even naar m'n vader toe?

Darf ich mich ankuscheln?
Mag ik bij je liggen?

Manches darf nie vergessen werden.
Sommige dingen kunnen niet vergeten worden.

Darf ich es probefahren?
Zou ik een proefrit kunnen maken?

So darf man nicht über unser Baby reden.
Zo mogen ze niet over onze liefdesbaby praten.

Ich darf die Musik nicht aussuchen.
Ik mocht de muziek niet kiezen.

Ich darf nicht vergessen: Sie gehört nicht mir.
Laat me niet vergeten dat ze niet van mij is.

Darf ich Ihren Aschenbecher ausleeren?
Zal ik uw asbak legen?

Das darf er nicht.- Ja, natürlich.
Dat moet hij niet doen. Natuurlijk.

Darf ich Ihnen was zu trinken anbieten?
Kan ik u iets te drinken aanbieden?

Sie darf nicht auf die Bühne.
Ze mag het podium niet op.