MUSS - vertaling in Nederlands

moet
müssen
sollen
brauchen
dürfen
hoeft
müssen
brauchen
sollen
wollen
hufe
dient
müssen
sollen
übermitteln
bedürfen
legen
unterbreiten
vast
fest
sicher
wohl
bestimmt
wahrscheinlich
vermutlich
sicherlich
festhalten
halten
muss
nodig
erforderlich
notwendig
nötig
brauchen
benötigen
müssen
erfordern
hilfe
notwendigkeit
vonnöten
moeten
müssen
sollen
brauchen
dürfen
hoef
müssen
brauchen
sollen
wollen
hufe
moest
müssen
sollen
brauchen
dürfen
dienen
müssen
sollen
übermitteln
bedürfen
legen
unterbreiten
hoeven
müssen
brauchen
sollen
wollen
hufe
hoefde
müssen
brauchen
sollen
wollen
hufe

Voorbeelden van het gebruik van Muss in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Medicine category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Nein, nein, nein, da muss ein Fehler vorliegen.
Nee, dit moet een fout zijn.
Ihm muss etwas zugestoßen sein.
Er is vast iets met hem gebeurd.
Etwas, das Captain America immer hatte, haben muss.
Iets wat Captain America had en wat ik altijd nodig zal hebben.
Er muss es für mich geschrieben haben.
Hij moest hem voor mij schrijven.
Jemand muss uns ins Krankenhaus bringen.- Und ich.
We moeten naar het ziekenhuis gebracht worden.
Ich muss nicht mit den Studentenschwestern der Pferde essen.
Ik hoef niet te dineren met de studievriendinnen van de paarden.
Auf der anderen seite, nicht jeder muss schule sein.
Aan de andere kant… hoeft niet iedereen een geleerde te zijn.
Und das muss anerkannt werden.
Dat dient erkend te worden.
Nein, nein. Es muss mehr dran sein.
Nee, het moet meer zijn dan dat.
Das muss so viel wie ein Sportwagen gekostet haben?
Dit is vast net zo duur als een sportwagen?
Komm, Stan, das muss nicht sein.
Kom Stan, dat is niet nodig.
Im Fall einer Überdosierung muss der Patient die Behandlung abbrechen.
In het geval van overdosering dienen patiënten de behandeling te staken.
Und ich muss mit euch über ein paar Dinge reden.
En ik moest met je praten.
Wie lange muss man auf ein Eichhörnchen warten? Gesundheit!
Hoelang moeten we op een eekhoorn wachten? Gezondheid!
Ich muss dafür nicht zahlen.
Ik hoef niet te betalen voor seks.
Man muss nicht wissen, wohin.
Je hoeft niet te weten waar je heen gaat.
Muss das auch erkennen. Wer eine unverzeihbare.
Dient hij dat te beseffen.
Danke. Ich muss in den Teilnehmerbereich.
Ik moet naar de startplaats. Dank je.
Der muss im Handschuhfach liegen.
Die ligt vast in het dashboardkastje.
Oder an jemanden, wenn es sein muss.
Of iemand, als dat nodig is.
Uitslagen: 317772, Tijd: 0.1667

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands