HOEFDE - vertaling in Duits

• musste
• brauchte
• sollte
• wollte
• nötig
• müssen
• musstest
• muss
• brauche
• brauchen
• brauchten
• solltest
• sollten
• sollst
• will
• wolltest

Voorbeelden van het gebruik van Hoefde in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Ik hoefde hem niet te doden.
Ich musste ihn nicht umbringen.

Dat hoefde ik niet te weten.
Das wollte ich erst recht nicht wissen.

Dat hoefde ook niet.
War auch nicht nötig.

En ik hoefde geen Heel meer te zijn.
Ich muss kein Heel mehr sein.

Je hoefde het niet vragen, goed?
Du musstest nicht fragen, ok?

Je hoefde hem niet te vernederen.
Du hättest ihn nicht demütigen müssen.

Ik hoefde alleen maar te liegen
Ich sollte bloß lügen

Ik hoefde hem niet te doden.
Und ich musste ihn nicht töten.

Niemand hoefde voor Nicky te zorgen.
Für Nicky brauchte niemand zu sorgen.

Meer hoefde ik niet te horen.
Mehr wollte ich nicht hören.

Als je niet zo lui was, hoefde dit niet.
Ohne deine Faulheit wäre das nicht nötig.

Ik hoefde niet gered te worden.
Ich brauche keinen Retter.

Ik hoefde niets te doen.
Ich muss nichts tun.

Dat hoefde je ook niet.
Das musstest du auch nicht.

Er hoefde geen twee sleutels te zijn.
Es müssen zwei Schlüssel sein.

Ik hoefde alleen te liegen,
Ich sollte bloß lügen

Ze hoefde niets… te… zeggen.
Sie brauchte nichts zu sagen.

Hij hoefde niet gehecht te worden.
Er musste nicht genäht werden.

Dat hoefde ik niet te weten.
Das wollte ich nicht wissen.

hij zei dat ik dat niet hoefde te zijn.
er sagte mir, das sei nicht nötig.