Voorbeelden van het gebruik van Hoef in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik hoef Stacee Run-Run niet.
Maxine en ik hoef niet met u te praten.
Dat hoef je niet te zeggen.
Meer hoef je niet te weten.
En meer hoef je niet te weten.
Geef me een hoef, mijn liefste.
Ik hoef niet met jullie te praten.
En ik hoef jou niet.
Ik hoef niks waar jij met je vieze fikken aan hebt gezeten. Ontbijt?
Ik hoef daar niet te zijn om hem dat te vertellen.
Dat hoef je niet te vragen.
Ik hoef die onzin niet meer.
Ik hoef je hulp niet, Lucious.
Dat hoef je niet te doen. Nee.
Jij hebt geen hoef, zoals Angus.
En over zoiets hoef je geen twijfels te hebben.
Ik hoef zijn geweten niet te zijn.
In dat geval hoef ik hem niet te zien.
Ik hoef alleen de laatste maar te doden.
Dat hoef je mij nooit te vragen.