Voorbeelden van het gebruik van Hand in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
je nieuwe woonst bij de hand.
Het ligt te voor de hand.
David. David, pak mijn hand.
Ik heb alles in de hand.
Daisy dat er iets met mij aan de hand is.
En wat is er aan de hand met Marina?
Legde Zijn hand op hen, en zegende hen.
In dit kleine bedrijfje wordt alles met de hand gedaan.
Het verbeteren van uw organisatie aan de hand van een grondige analyse.
Zorg er voor dat u uw details van uw creditcard bij de hand heeft.
Het is ontzettend voor de hand liggend, hè?
Ik dacht dat ik het in de hand had.
Ze hebben geen idee wat er met ons aan de hand is.
Ik heb de sleutel in mijn hand.
Wat is hier aan de hand, Mackenzie?
Zeg hallo tegen hand drie en vier!
Dat gebeurde aan de hand van twee panelgesprekken.
De gegevens worden bijgewerkt via het internet of met de hand.
Het ligt wel voor de hand.
Zie je wel! Ik wist wel dat jij alles in de hand hebt.