Voorbeelden van het gebruik van Teddy in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Gezongen door the Teddy Bears in 1958.
Teddy, kom eens.
Zeg haar maar dat Teddy van het werk aan de telefoon is.
Teddy is aan de beurt.
Teddy heeft een patient met een tumor in de luchtwegen.
Hij denkt dat jij Teddy wilde ontvoeren om tegen ons te gebruiken.
Teddy en ik moeten zo gaan.
Teddy Beer.
Kleine Teddy beer.
Welke Teddy?
Teddy heeft gelijk.
Teddy, Lauren's jongere broer.
Weet u zeker dat Teddy in de auto zat?
En Teddy komt straks met de taart.
Ik zou Teddy nooit versieren, niet als ik normaal ben.
Teddy, wat doe je?
Ze werkt bij Teddy in het ziekenhuis.
En Teddy?
Jij bent Teddy zijn meisje.