Voorbeelden van het gebruik van Terug naar de stad in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Kunnen we niet terug naar de stad, man?
Ik moet terug naar de stad.
Ik moet terug naar de stad.
We kunnen niet terug naar de stad.
Terug naar de stad, Sammy.
Ik ga terug naar de stad.
Misschien kunnen we terug naar de stad gaan en een taxi vinden.
Je moet terug naar de stad.
Ik moet terug naar de stad. Ja.
Ik moet terug naar de stad nu naar de K.
Kom snel terug naar de stad.
Ik moet terug naar de stad.
Ik breng je terug naar de stad.
We moeten terug naar de stad.
Leg jullie wapens neer en ga terug naar de stad.
Laat me gewoon terug naar de stad gaan.
Je moet direct terug naar de stad komen.
Lk moet terug naar de stad. Goed.
We gaan terug naar de stad.
Ik wilde alleen terug naar de stad.