Voorbeelden van het gebruik van Virus in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Het moet een virus zijn.
De Witness, Sam. Titan, het virus.
Niet alle zoönosen worden veroorzaakt door een virus.
Verplaats gevonden berichten met een virus naar de geselecteerde map.
Yeah. Kan een virus zijn.
In alle dierentesten werd het virus gedood.
Ze pept hem op met een virus.
Ik ben het virus.
Zoeken Internetcriminelen infecteerden miljoenen pc's met virus.
Iets met 't milieu of een virus.
De oorsprong… van het virus van m'n vader.
Scan je computer met SpyHunter om de Facebook Virus te verwijderen.
Dan is het een bacterie of een virus.
Na jullie persoonlijke ervaringen met virus slachtoffers.
Gevaarlijke mensen verkopen dat virus.
Ik denk niet dat het een virus is.
Hij wil 't virus verkopen.
Geeft verlichting en maakt het leven voor het virus erg lastig.
Met het virus.
Het moet een virus zijn.