Voorbeelden van het gebruik van Billenkoek in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Dan denk ik dat we beiden billenkoek verdienen.
Ik verdien billenkoek.
En iemand krijgt billenkoek.
Je krijgt billenkoek.
Geef me billenkoek.
Jezus zegt dat als ik de toiletten niet voor 6.00 uur schoonmaak hij me billenkoek gaat geven.
maar ook voor billenkoek.
Maar waarschuw hen, het is als een kind die billenkoek krijgt, maar vele malen gewaarschuwd werd.
Doet ze jou ook de lul ketting dragen als ze je billenkoek geeft?
Geef me dan billenkoek.
Je geeft goed billenkoek.
Tegenwoordig geeft niemand meer billenkoek.
Geeft ze de mannen billenkoek?
Ze willen billenkoek en snoepjes.
Ik wist niet van die billenkoek.
Ik denk dat je billenkoek verdient.
Ik zou je billenkoek moeten geven.
We willen billenkoek van u.
Ik zal je billenkoek geven van hierboven.
Krijg ik nu billenkoek van pappie?