Voorbeelden van het gebruik van Chips in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hebben we genoeg chips?
Puree, friet, chips?
Heb je nog chips?
twee Seniors en acht zakjes chips.
Een muffin, een broodje pastrami en een zak chips.
Gooi nooit, maar dan ook nooit… chips naar de chauffeur.
Wie heeft de ketchup chips opgegeten?
Binnen staan chips.
Ik haal gewoon vijf zakken chips uit de automaat.
Je hebt alle chips opgegeten.
Ik wil meer chips!
Heb je chips?
Met bosbessen of chips?
Drie strengen horen turkoois en chips kralen ketting.
geen scheuren of chips.
de daaropvolgende reiniging van stof en chips;
Verbeteren van de steun Kirin chips.
je kan een zak chips kopen.
Hetzelfde geldt voor chips, schaafwonden.
Ook greige bandenkoord stoffen en vezels kwaliteit chips.