Voorbeelden van het gebruik van Chips in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Een zak chips?
restjes, chips.
Ik hoop dat mijn vader die zak chips nooit heeft geopend.
En een dipsaus voor de chips.
Je eet toch nog wel chips?
Laten we met ons borsthaar spelen en chips eten.
Ik had een dieet van chips en zoete snoepjes.
Nee, ik wil geen chips!
Geweldig chips, is de rest Vettig en smaakloos.
Filet strips geserveerd romige saus met champignons, chips en witte rijst.
Patrick zei dat ongezouten chips van Bonne Vie uit Florange komen.
Hunt Schilling van Utz chips, plus echtgenotes.
Je Vis en Chips klanten rekenen op je.
En die Big Mac of zak chips mag je dus ook laten staan.
Geopend zakken chips en beschimmeld brood stukken.
geserveerd met chips en witte rijst.
Chips zijn aardappels.
Bijvoorbeeld: “Ik heb die zak chips bij de lunch gegeten.
koekjes, chips.
Alle dat… en een zak chips.