Voorbeelden van het gebruik van Fortuin in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Dit spul moet een fortuin waard zijn.
Harry, we hebben een fortuin ervoor uitgegeven.
Julian verdiende een fortuin.
Niet je fortuin?
Een heer van fortuin.
Dit ding moet een fortuin waard zijn.
Ja, dochter van de Sinclair wapens fortuin.
Er is geen fortuin.
Er is geen fortuin.
Die postzegels zijn een fortuin waard!
Dat kostte vast een fortuin.
Ik verkoop ze vanavond voor een fortuin.
Hij denkt dat hij een fortuin gaat erven.
Je zal je huwelijk verliezen, je fortuin, je reputatie.
Het is zijn fortuin.
Omdat het een verdomd fortuin waard is.
Dat Jeremiah Blackthorn geen recht heeft op dat fortuin.
Jullie… die een fortuin uitgeven aan therapie.
Dat Jeremiah Blackthorn geen recht heeft op dat fortuin.
De productie werd een debacle en kostte Lévy een fortuin.