Voorbeelden van het gebruik van Frida in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Frankrijk(Frida Boccara met Un jour,
het Aquarium van Playa del Carmen, het Frida Kahlo Museum en het IJsmuseum,
Strindberg verbleven voor een tijd bij Frida's grootouders in een klein bergdorpje op de Donau.
Frida is vermoord!
Frida is Elizabeths dochter.
Hoe ken jij Frida?
Frida, ga niet weg!
Dus Frida is niet normaal?
Frida, wat doe je?
Frida trok meteen naar mij.
We dopen ze Frida en Kahlo.
Wat zijn je plannen, Frida?
Ik heb je met Frida gezien.
Wat als Frida een schorpioen was?
Misschien is Frida me wel voor.
En Frida ik wil van je scheiden.
Frida gaat niet weg zonder het te zeggen.
We lieten een foto zien van Frida.
Op een dag is Frida verhuisd.
Frida werd geboren op twaalf november, 1929.