Voorbeelden van het gebruik van John connor in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
John Connor, mijn zoon.
John Connor liet haar gaan.
Je wilde John Connor zijn.
John Connor praat te veel.
Je hebt John Connor vermoord.
Zijn naam is John Connor.
Wil je John Connor ontmoeten?
Onze bevelen komen van John Connor.
John Connor, we gaan. Nu.
Ze behandelde me als John Connor.
Twee jaar onder John Connor.
Ik zou voor John Connor sterven.
Kennen jullie een zekere John Connor?
Met John Connor, een tijdje terug.
Deze John Connor is niet mijn zoon.
Bent u de voogd van John Connor?
Je kunt John Connor niet redden.
John Connor leid het verzet naar de overwinning.
Ik kan John Connor niet veel langer houden.
Het veiligstellen van John Connor en Catharine Brewster.