Voorbeelden van het gebruik van John ross in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
John Ross verlaagt je.
Weet John Ross dit?
Jij moet John Ross zijn.
John Ross, stop ermee!
Ze heeft gelijk, John Ross.
John Ross en Pamela verdienen elkaar.
Bobby heeft gelijk, John Ross.
John Ross probeerde me te chanteren!
John Ross en ik zijn getrouwd.
John Ross geeft wel om me.
Olie is het verleden, John Ross.
John Ross, je kunt gelijk hebben.
Wat is er, John Ross?
Het staat op video, John Ross.
Southfork is het thuis van John Ross.
John Ross is geweldig op dat gebied.
Ze is nu samen met John Ross.
Ik wil dat je John Ross achtervolgt.
Ik heb wat je wilde, John Ross.
Dit is wat je wilde, John Ross.