Voorbeelden van het gebruik van Mijn auto in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Het is mijn auto niet, Dennis.
Het is mijn auto, ze pakken mij.
In mijn auto stappen en vertrekken.
Dat was mijn auto.
Breng me naar mijn auto.
Neem mijn auto.
Neem mijn auto en vertel het Jake.
Waar is mijn auto?
Dat is mijn auto.
Een beetje lopen bloeden op mijn auto.
Hij is hier vlakbij in, in mijn auto.
Dat is mijn auto.
Waar is mijn auto?
het is mijn auto.
Ik woon in mijn auto.
Ja, vorige keer hebben ze ons betrapt… en ze kennen mijn auto.
Wat moet dat in mijn auto?
Heb je iets in mijn auto gelegd?
Er moest een kamer schoon waar je mijn auto zag.
Je hoeft me alleen te brengen naar de heer die mijn auto geleend heeft.