Voorbeelden van het gebruik van Rufus in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hoewel er sprake was van een zekere mate van wiskundige reizen naar andere centra, Rufus voorkeur dichtbij huis te blijven,
Eenmaal erkend als"Best New Artist" door Rolling Stone Magazine, zal Rufus zijn 7e album showcase uit het spel dit jaar op de Cruïlla Festival,
zijn eigen zoon en bekend jurist Servius Sulpicius Rufus.
Oba Rufus Adejugbe.
Publius Sulpicius Rufus had de opdracht gekregen de haven te bewaken.
De show vormde de ontmoetingsplek voor een aantal vooraanstaande experts op het gebied van stedelijke innovatie, waaronder Rufus Pollock, econoom
Het beste, Rufus.
Rufus, genoeg.
Rufus vecht niet.
Fijne avond, Rufus.
Goede nacht, Rufus.
Verdomme, Rufus.
Rufus verdiend beter.
Ik heet Rufus.
Zijn naam is Rufus.
Rufus, de gordijnen.
We laten Rufus achter.
Kan je Rufus helpen?
Mijn God, Rufus?
Bedankt, Rufus!