Voorbeelden van het gebruik van Bunch in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
had een Brits diplomatiek paspoort, afgegeven door Bunch, en droeg een Britse diplomatieke pouch(die werd doorzocht).
een Dag van de Sneeuw voor Hannah door Linda Petrie Bunch.
Bunch, zoals de Review and Herald op implicerende wijze aanklaagt,
Het zakje bevatte een aantal feitelijke correspondentie van Bunch naar Groot-Brittannië, maar ook pro-Confederate pamfletten, persoonlijke brieven van Zuiderlingen Europese correspondenten, en een Verbonden verzending die omgang Bunch met de Confederatie, met inbegrip van het gesprek van erkenning verhaald.
Bunch, zoals de Review and Herald op implicerende wijze aanklaagt, dwaling onderwijst
met hoge dichtheid en de MD3060e5 behuizing met hoge dichtheid is een uitbreidingspakket eBOD(of expansion Bunch Of Disks) die op dezelfde manier werkt als een JBOD(Just a Bunch Of Disks).
ontworpen voor de MD3 arrays met hoge density. Deze behuizing heeft een hoge density en een EBOD(Expansion Bunch Of Disks) die op dezelfde manier werkt als een JBOD(Just a Bunch Of Disks).
Bunch, wacht.
Bunch, alsjeblieft.
Niet alleen Bunch.
We gaan, Bunch.
Kom op, Bunch.
Waar is Bunch?
Dat klopt, Bunch.
Niks zeggen, Bunch.
Kom hier, Bunch.
Groot bunch van grannies.
Ga naar bed, Bunch.
James Bunch pleegde zelfmoord.
Ik weet het, Bunch.