Voorbeelden van het gebruik van Charlie in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik haat jaloezie, Charlie.
Michelle, het is Charlie.
MICHELLE, ES CHARLIE.Meer informatie over Charlie.
Más información sobre CHARLIE.Wat wil je van me charlie?
¿QUÉ QUIERES DE MI CHARLIE?Kon hij Charlie vertrouwen?
¿Podía confiar en Charlie?Ik wou Charlie redden zonder het ruimte-tijdcontinuüm te veranderen!
¡Estaba tratando de salvar a Charlie… sin cambiar el espacio-tiempo!Charlie kan onmogelijk in haar eentje weggaan.
No hay manera de que Charlie pueda salir sola.Charlie, heb je Arnie gezien?
Jammer genoeg, was Charlie Cooper bij de eerste ontmoeting, niet onder vrienden.
Desafortunadamente, cuando se encontraron por primera vez con Charlie Cooper, noseencontróentreamigos.Charlie is precies waar hij wil zijn.
Charie está exactamente donde quiere estar.Charlie was een van de goeie.
Charlie, Charlie era una de las buenas.Charlie. Wat ze gezien heeft.
Charlie, lo que vio.Charlie, kom snel.
Charlie, Charlie, ven rápido.Charlie is de andere man.
Y Charie es el otro tipo.Die Charlie bedoelde ik niet.
Este no es el Charlie al que me refiero.Van Charlie Munger.
Munger la Charlie Munger.Ik denk niet dat Charlie veel waardevols had, om achter slot te steken.
No creo que Charley tuviera mucho de valor que guardar.Als Charlie Yuri was,
Si Charley era Yuri,Charlie zette het om, in iets wat hij het meest koesterde.
Charley lo convirtió en algo que guardaba más que nada en el mundo.Pas op, Charlie. Ze verlaat 't schip!
¡Cuidado, Charlie, que abandona el barco!
