Voorbeelden van het gebruik van Chris in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Gefeliciteerd chris HlLARY!
Chris farley nam een overdosis.
Chris keller: denk aan je!
Chris keller: ik wil je kussen!
Ik moet Chris even spreken, praten jullie maar wat.
Chris van Christopher, niet van Christine.
En Chris is nog maar een jochie.
Ik ben Chris enorm dankbaar.
Chris ontvangt momenteel € 0,00 per week.
Chris is een zeer behulpzame
Chris was een geweldige gastheer.
Vlak voordat Chris werd gedood.
Chris, het is misschien niet veilig!
Chris Chambers was onze aanvoerder
Chris komt eraan!
Chris, ze komt eraan. Ze komt eraan!
Chris, verdomme!
Ik ontmoet Chris vanavond in het weiland om.
Chris, een zet?
Ga Chris helpen met Maggie. Ik blijf bij de jongen.