Voorbeelden van het gebruik van De schoenmaker in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hij huilde nog eens voor het laatst met allebei zijn ogen en de schoenmaker, die een hart van steen had,
Maar de schoenmaker kon geen grapje verdragen,
we het echt nodig hebben, zoals de schoenmaker die je schoenen versterkt
een bestelling voor de kast en de schoenmaker, die de kleine moet onderhouden.
zoo kon de schoenmaker voor het geld leêr voor twee paar schoenen inkoopen.
Deze twee mannen, de visventer en de schoenmaker, konden geen rechtvaardigheid krijgen in het Amerikaanse systeem,
Er staat geschreven dat de schoenmaker moet bemoeien met zijn tuin
De schoenmaker moet weg.
Het was de schoenmaker.
Nee, Calvin de schoenmaker.
De schoenmaker ging naar huis.
Ben jij Hans de schoenmaker?
Zo'n verhaal van de schoenmaker.
De schoenmaker weet het, sir.
De schoenmaker was onze beste vriend.