Voorbeelden van het gebruik van Ivan in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik kende Ivan niet eens.
Het Ivan Verschrikkelijke.
Teddy, Ivan, ze allemaal.
Dan ontmoet ze Ivan, een man die haar leven verandert.
De Nederlandse bende ontmoet Ivan ergens in het havengebied.
We Ivan praten alleen per telefoon en sms.
Ivan liet ons zeer welkom voelen.
Ivan is een zeer goede gastheer,
Ivan, wie heeft 't nu weer gedaan?
Ivan, m'n verloofde.
Ivan van Verenigde Staten.
Aure& Ivan waren zeer gastvrije gastheer.
Het slachtoffer heet Ivan Sackrén.
Ja, zij was degene die kwam toen Ivan al weg was.
Ze geloven toch niet dat Katja Ivan heeft vermoord?
En Ivan.
Hij heet Ivan Verbukh.
Meer ideeën van Ivan.
Het ministerie van Defensie roept Ivan terug naar Rusland.
De winnaar, Ivan Drago.