Voorbeelden van het gebruik van Jouw auto in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ze hadden eerst jouw auto genomen, als we ze niet voor waren geweest.
Dezelfde mensen die ook die bom onder jouw auto hebben geplaatst.
Ik heb instructies gegeven, iedereen kent jouw auto.
Wil je meer weten over REACH-informatie voor jouw auto?
Zeg, is dat jouw auto?
Ja gast, het is jouw auto.
Je realiseert je niet hoe gaaf jouw auto is.
Ik geef 'm jouw auto.
Zij bouwen jouw auto.
Is dit echt jouw auto?
Maar dat is jouw auto niet.
Oké, waar is jouw auto dan?
Jouw auto of de mijne?
Omdat mijn portemonnee in jouw auto lag en ik geen ID bij me had.
Jouw auto is gisternacht bij de school gezien.
Ik geloof dat het jouw auto was die het meisje naar hier bracht?
Jouw auto, parkeerplaats, tien minuten.
Wil je ons wijzen waar jouw auto staat, Mrs. Weber?
Jouw auto tegen mijn truck!
Ga in jouw auto zitten en… en rijd ergens anders heen.