MARIKA - vertaling in Spaans

Voorbeelden van het gebruik van Marika in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
VILLA MARIKA is een karakteristieke villa met twee verdiepingen in Sant'.
VILLA MARIKA es una característica villa de dos pisos ubicada en Sant'.
Marika, wacht!
¡Marika, espera!
Weet Marika hiervan?
¿Marika sabe de esto?
Ik ben vergevingsgezind, Marika.
Soy un hombre que perdona, Marika.
Warme gastvrijheid van Marika.
La cálida hospitalidad de Marika.
Het spijt me, Marika.
Lo siento, Marika.
Mijn naam is Marika.
Me llamo Marika.
Marika, we hebben dit besproken.
Ya hemos hablado de esto, Marika.
Mijn naam is Marika.
Mi nombre es Marika.
Het is Marika.
Es Marika, por favor.
Wat denk jij, Marika?
¿Qué te parece, Marika?
Marika zou dat nooit doen.
Marika nunca haría esto.
Marika is zijn type niet.
De todos modos, Marika no es su tipo.
Marika, waarschuw hen!
¡Marika, adviértelos!
Je werkt voor ze, Marika.
Estuviste trabajando para ellos, Marika.
Waar werkt Marika nu?
¿Dónde trabaja Marika ahora?
Marika, je werkt te hard.
Marika, trabajas demasiado duro.
Zoals bij Marika en Hemi.
Como a Marika y Hemi.
Marika Tosi huurde in Luchthaven Brindisi.
Marika Tosi alquiló en Aeropuerto Brindisi.
Marika, 42, leerkracht, Hongarije.
Marika, 42 años, maestra, Hungría.
Uitslagen: 112, Tijd: 0.0397

Top woordenboek queries

Nederlands - Spaans