Voorbeelden van het gebruik van Sinclair in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Los dit maar eens op, Sinclair.
En dus is Sinclair een bedrieger.
Ik zie jouw naam nergens, Sinclair.
Wij hebben de tafel niet, Sinclair heeft hem.
Ik zal de tafel hier brengen en Sinclair voorgoed uit de weg ruimen.
Wat is jouw relatie met Sinclair?
ze hebben Sinclair.
En toen regelde Dom dat we naar een show kunnen in de'Sinclair'.
Het was de enige keer dat Sinclair zijn beheersing verloor.
En nu heeft Pike Sinclair opgesloten.
Ik weet dat Sinclair het vroeg.
Had Audrey problemen bij Sinclair?
Voor de avond dat Sinclair stierf.
Weet je, Ik voel me slecht wat betreft Sinclair.
Dat ben ik, totdat Sinclair, Mac's positie opvult.
Dat ben ik, totdat Sinclair, Mac's positie opvult.
Weet je, Ik voel me slecht wat betreft Sinclair.
Kom op, Sinclair.
Rosslyn Chapel, in 1446 gesticht door William Sinclair is omgeven door 'n stalen bouwsel waarvanaf de kerk kan worden bekeken.
Prins Sinclair, grootvader van William, zou in 1398 Amerika hebben bezocht zo'n 100 jaar voor Columbus het land'ontdekte'.