Voorbeelden van het gebruik van Tram in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Er waren dus drie mensen in de tram.
kun je een tram naar de top.
puedes tomar una tranvía a la cima.Vanaf Amsterdam Centraal Station: U kunt tram nemen.
Desde la Estación Central: Fuera de la estación puedes coger un tranvía.Let op de tram!
Er stopt een metro op 250 meter afstand en een tram op 250 meter afstand.
Hay una estación Iedereen de tram uit!
¡Todos salgan del tranvía!Wat doet een octopus in een Vegas tram?
¿Qué hacía In de steden kunt u verder ook nog met de tram of metro reizen.
En las ciudades, se pude también viajar por tranvía o metro.Die chip wordt gescand als je de bus of tram binnengaat.
Na een minuut of twee zag ik achter me een tram aankomen.
Después de un minuto o dos, vi un tranvía que venía detrás de mí.Er gaan bikinibimbo's op die tram.
Hay chicas en bikini subiendo al tranvía.We beginnen met het Crich Tram Museum.
Bueno, creo que empezaremos con el Museo de tranvías Crich.U kunt ook de Barcelona Card gebruiken voor het reizen met de tram.
Maak een ritje in tram 2.
Dar una vuelta en el Tram 2.kanaal cruise en een tram rit.
crucero Het huis is goed verbonden met Barcelona met de tram, metro en trein.
La casa está bien comunicada con Barcelona por Tranvía, metro y tren.Het is een tram lopende Hakodate.
Es un tranvía que corre en Hakodate.Ze hebben me die tram ingeduwd!
¡Yo no quería entrar al tranvía, me empujaron!Zeer goed geplaatst in het duTrastevere district en bereikbaar met de tram.
Muy bien situado en Verschillende tram en bus lijnen verbinden het centrum van Rome.
Varias líneas de tranvía y autobuses conectan el centro 
