Voorbeelden van het gebruik van Tram in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
sprak zich uit helemaal tegen de tram.
Prima plek om Antwerpen te bezichtigen. Tram naar het centrum vlakbij.
Moest je op de tram wachten?
deed de tram.
Dichtbij metro/ tram, Panoramisch uitzicht, dichtbij winkelcentra.
Si structuur kan'bereiken Rome met de metro of tram.
We kunnen gewoon de tram nemen.
Oké, dus de tram komt aan.
Tram 3 en 16 hebben haltes in het Zeeheldenkwartier.
Vanaf luchthaven Edinburgh met tram, bus en taxi.
De rails van de tram liggen op de baan, wat soms voor oponthoud kan zorgen.
de bus, tram als taxi.
Waarom? Omdat je de tram kon tegenhouden?
Nu. We moeten die tram vinden.
Tram 16, 3 en 1 hebben haltes in de wijk.
Er komt 'n tram in je richting.
waaronder met bus, tram en boot.
Geen enkel probleem. Heb je de tram/ bus tickets?
Ze stapt op de tram.
Daar, onze tram.