Voorbeelden van het gebruik van Atacar in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Vamos a atacar la trinchera.
நQuieren atacar un laboratorio espectro? 7.
Zommerang Zommerang Derrota las oleadas de zombies con el bumerán en Zommerang juego de atacar.
Zommerang Zommerang Verslaan golven van aanvallende zombies met uw boemerang in Zommerang spel.Considerando que un oficial acaba de atacarme--.
Porque entrar en pueblos, atacar un aeródromo sin observación.
Dorpen binnenvallen, een vliegveld bestormen zonder observatie.Van a atacar una base militar en España.
Ze gaan 'n basis in Spanje overvallen.Derrota a atacar a los jóvenes con usted fiel paint-ball armas
Versla aanvallende jongeren met u trouwe paint-ball pistoolEsa cosa acaba de atacar a dos personas.
Dat beest heeft twee mensen aangevallen.¿Quiere atacar Tobruk?
Je wilt Tobroek bestormen?Vuela en tu dino lo que se tira martillos roca a atacar las abejas.
Vlieg op uw dino as you throw rots hamers op aanvallende bijen.Nos acaba de atacar un Skitter.
We zijn door een skitter aangevallen.¿Qué vamos a hacer, atacar Oahu?
Wat gaan we doen, Oahu bestormen?Los terroristas acaban de atacar nuestra imaginación.
Terroristen hebben succesvol onze verbeelding aangevallen.Quiere atacar la B-613.
Hij wil B613 bestormen.¿Me van a volver a atacar?
Bedoel je dat ik vaker word aangevallen?¡Un hombre acaba de atacar a una mujer!
Een man heeft een vrouw aangevallen.El palestino acababa de atacar a unos soldados con un cuchillo.
De Palestijn had een soldaat met een mes aangevallen.Me acaba de atacar.
Hij heeft me aangevallen.Por ejemplo, ya se sabe que los leones gruñen al atacar.
Atacar del equipo(azul) desempeñan una formación 3, 3, 2.
Aanvallende team(Blauw) spelen een 3-3-2 formatie.
