AVARICIA - vertaling in Nederlands

hebzucht
codicia
avaricia
avidez
ambición
gierigheid
avaricia
tacañería
codicia
mezquindad
tacañeria
hebberigheid
avaricia
codicia
avidez
inhaligheid
avaricia
codicia
geldzucht
codicia
avaricia

Voorbeelden van het gebruik van Avaricia in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
y guardaos de toda avaricia;
Ziet toe en wacht u van de gierigheid;
Los hombres jóvenes tienden a volverse víctimas de su propia avaricia.
Jonge mannen zijn geneigd slachtoffer te worden van hun eigen gretigheid.
No podría confundir la avaricia por pasión?
Ik verwar passie toch niet met hebzucht?
Sólo soy una de las muchas personas anónimas que tu avaricia ha destruido.
Gewoon een van de vele naamloze mensen… geruïneerd door jouw hebzucht.
Inclina mi corazón á tus testimonios, Y no á la avaricia.
Neig mijn hart tot uw getuigenissen en niet tot winstbejag.
Si hay pobres entre ustedes, no los traten con egoísmo o avaricia".
Als er armen onder jullie zijn wees dan niet zelfzuchtig of hebzuchtig.'.
Creamos riqueza y nos obsesiona la avaricia.
We creëren rijkdom en raken geobsedeerd door hebzucht.
son manejados con emoción y avaricia.
deze gedreven worden door hebzucht en emoties.
Lo peor del hombre, fétida avaricia e indiferencia.
De slechtste mensen gingen ten onder aan hebzucht en onverschilligheid.
Hermanos en la avaricia.
Broeders in schraapzucht.
Las razones de la avaricia de los hombres.
De redenen voor de stinginess van mannen.
Inclina mi corazón hacia tus testimonios, y no hacia la avaricia.
Neig mijn hart naar uw richtlijnen en niet naar winstbejag.
¿Ganará la racionalidad la avaricia?
Zal de rationaliteit winnen van hebzucht?
Yo venceré, porque a ti te puede la avaricia!
Ik zal winnen, want jij wordt gedreven door hebzucht.
Hay un Reino de los Cielos y hay un reino de avaricia.
Je hebt het koninkrijk der hemelen en het koninkrijk van de hebzucht.
¿Y los Medici se arrepentirán abandonarán su avaricia y usura?
En zullen de Medici boete tonen, afzien van hun gierigheid en woeker?
Mi respuesta: Los celos son lo mismo que la avaricia.
Mijn Antwoord: Jaloezie is hetzelfde als gulzigheid.
pero no nuestra avaricia.
maar niet in onze hebzucht.
pero no nuestra avaricia.
niet in onze hebzucht.
Lo que tienes conmigo es avaricia.
Waar ik moeite mee heb is met hebzucht.
Uitslagen: 1092, Tijd: 0.0916

Top woordenboek queries

Spaans - Nederlands