CARI - vertaling in Nederlands

• cari
• schat
• carl
• lieverd
• liefje
• darl

Voorbeelden van het gebruik van Cari in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

Parece que has bebido un par de tragos, cari.
Het lijkt erop dat je wat teveel hebt gedronken, schat.

Hola, cari.
Hoi, schat.

La última oportunidad, cari.
Laatste kans, schat.

Lo siento, cari.
Sorry, schat.

Gracias, cari.
Bedankt schat.

Dentro, cari.
Naar binnen, schat.

Nos encantó nuestra estancia en Eli y de Cari lugar!
We hielden absoluut van ons verblijf bij Eli en Cari's place!

Espera un minuto, cari.
Wacht een ogenblik, schat.

Ahora lo comprendo, cari.
Ik begrijp het nu, schat.

¿Qué haces, cari?
Wat doe je, lieverd?

Gracias, cari.
Dank je, schat.

Hola, cari.¿Cómo va lo del pie?
Hi, schatje. Hoe gaat het met je voet?

No hablamos de tu culo, cari.
We spraken niet over je kont, schat.

CarI, no seas tonto.
Doe niet zo stom.

Pero estoy bastante segura de que dijo sal, cari.
Maar ik ben er tamelijk zeker van, dat hij zout zei, schat.

¿Qué ocurre, cari?
Wat is er schat?

No lo estoy sintiendo.¿De acuerdo, cari?
Ik voel het niet, schat.

Mira, cari… no te preocupes por Ed.
Kijk, scha… Geen zorgen maken over Ed. Hij draait wel bij.

Ya tienes para otro disco, cari.
Heb je nog een andere Cd in je, boo.

Lo tienes toda la noche Cari.
Je hebt het de hele avond over Cari.