EMPACAR - vertaling in Nederlands

• inpakken
• in te pakken
• verpakken
• verpakking
• pak
• verpakt
• inpakt
• te pack

Voorbeelden van het gebruik van Empacar in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

Empacar una demostración de radio efectiva es esencial para cada altavoz de radio.
Het verpakken van een effectieve radiodemo is essentieel voor elke radioluidspreker.

Hora de empacar para ese viaje.
Tijd om te pakken voor die reis.

Cosas que debes empacar para tus vacaciones en Curazao.
Deze vijf dingen moet je inpakken voor je vakantie naar Curaçao.

Empacar la cantidad de artículos de bebé que se necesitará es particularmente desalentadora.
Het verpakken van de hoeveelheid babyspullen die nodig is, is bijzonder beangstigend.

¿No deberías empacar?
Moet je niet pakken?

Gracias por empacar mis cosas. Lo aprecio.
Fijn dat je mijn spullen opgeruimd hebt.

¡Solo asegúrate de empacar zapatos resistentes
Zorg er wel voor dat je stevige schoenen

Claro,¿debo empacar un saco o… qué?
Tuurlijk, zou ik jasje inpakken of wat?

Tenemos que empacar.
We moeten inpakken.

Tailandia Lista de embalaje: Qué empacar para Tailandia y qué comprar localmente.
Thailand Packing List: Wat te pakken voor Thailand en wat lokaal te kopen.

Necesidad de empacar todo.
Nou moet ik alles inpakken.

Empacar los suministros adecuados para el viaje para viajar en tren en Europa.
Verpak de juiste benodigdheden voor de reis voor het reizen met de trein in Europa.

¡Deja de empacar!
Stop met inpakken.

No te molestes en empacar.
Doe geen moeite om in te pakken.

A: Bueno, solemos empacar en cajas de madera o flightcase.
A: Nou, we verpakken meestal in houten kisten of flightcase.

¿Pero qué empacar? Lo más probable es.
Maar wat moet je inpakken? Kansen zijn….

¿Terminaste de empacar?
Klaar met inpakken?

¿Qué deberías empacar para la caza?
Wat moet je pakken voor de jacht?

Tenemos que empacar.
Je moet in gaan pakken.

¿Debería empacar o qué?
Moet ik pakken of wat?