TUTORA - vertaling in Nederlands

• voogd
• tutor
• bijles
• mentor
• leraar
• bijlesmeisje
• begeleider
• studiebegeleider
• docent
• privélerares

Voorbeelden van het gebruik van Tutora in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

Soy la tutora de Gracie.
Ik ben Gracie's leraar.

¿Así que tú eres la tutora?
Dus jij bent de studiebegeleider?

Era su tutora. Ustedes lo saben.
Ik was haar docent.

Hola, Tutora.
Ook hallo, bijlesmeisje.

La Sra. Bernstein va a ser tu tutora ahora.
Mrs Bernstein zal nu jouw privélerares zijn.

La tutora de Michael Thompson.
Michael Thompsons begeleider.

Creo que estás haciendo un excelente trabajo como tutora.
Ik denk dat je geweldig werk doet als studiebegeleider.

Y su tutora.
En je leraar.

Hola, Tutora.
Hé, bijlesmeisje.

Mi esposa fue mi tutora.
M'n vrouw was m'n begeleider.

Jennifer, yo… quiero que seas sólo tutora.
Jennifer, ik… Ik wil dat je alleen een studiebegeleider bent.

Bueno, sigo siendo La Tutora,¿no?
Nou, ik ben nog steeds het Bijlesmeisje, toch?

No, ella es tu tutora.
Nee, ze is je studiebegeleider.

Interesante.¿Cómo se llamaba su tutora?
Interessant. Wie was uw begeleider?

Como tutora, tendrías un papel legítimo sobre sus vidas desde ahora en adelante.
Als voogd heb je een wettelijke rol in hun leven… vanaf nu.

No estudiamos. Garnie, nuestra tutora, nos enseña en casa.
Nergens, Garnie onze voogd, geeft ons thuis les.

Es tutora de un par de niños.
Ze geeft een aantal kinderen bijles.

Si bien eso no la hacía buena tutora, tampoco la hacía mala persona.
Dat maakt je geen geschikte voogd, maar ook geen slecht mens.

Me gusta esa tutora tuya.
Ik mag die huiswerkbegeleider van jou wel.

Es mi tutora.
Ze is m'n voogd.