MOET ALTIJD - übersetzung ins Deutsch

• muss immer
• sollte immer
• muss stets
• sollte stets
• braucht immer
• muss ständig
• will immer
• muss jederzeit
• müssen konsequent
• sollten immer
• müssen immer
• musst immer
• muß immer
• solltest immer
• müssen stets
• soll immer
• muß stets
• sollten stets

Beispiele für die verwendung von Moet altijd auf Niederländisch und deren übersetzungen ins Deutsch

Hallo? Ik moet altijd huilen als ik uien snij?
Ich muss immer weinen, wenn ich Zwiebeln schneide. Hallo?

Ze moet altijd de held zijn.
Sie will immer die Heldin spielen.

Ik moet altijd boodschappen voor hem doen.
Ich muss ständig Besorgungen machen.

Voor- of achterkant moet altijd een pre-game discussie zijn, lieve cheeks.
Hinten oder vorne sollte immer vorher geklärt werden, Schätzchen.

De Hollander moet altijd een kapitein hebben.
Die Dutchman braucht immer einen Captain.

Je moet altijd waakzaam blijven.
Man muss jederzeit zu allem bereit sein.

U moet altijd steroïden rechtmatig uit echte bronnen verwerven.
Sie müssen konsequent Steroide rechtlich vom echten Quellen erhalten.

Ik moet altijd de waarheid weten.
Ich muss immer die Wahrheit wissen.

Je moet altijd de zwakkere helpen.
Man sollte immer dem Schwächeren helfen.

Anna moet altijd binnen blijven.
Anna muss stets drinnen bleiben.

Kevin moet altijd weten waar ik ben.
Und Kevin muss ständig wissen, wo ich bin.

Ik moet altijd weten waar je bent voor
Ich will immer wissen, wo du bist,

Hij moet altijd alle aandacht krijgen.
Er braucht immer alle Aufmerksamkeit.

Je moet altijd lelijke vrienden hebben.
Man sollte stets hässliche Freunde haben.

U moet altijd kopen steroïden rechtmatig uit betrouwbare bronnen.
Sie müssen konsequent Steroide legal aus legalen Quellen erwerben.

Hij moet altijd openstaan voor ze.
Es muss immer für sie offen stehen.

Je moet altijd een plan B hebben.
Man sollte immer einen Plan B haben.

De keizerin moet altijd onaantastbaar en onbenaderbaar zijn.
Die Kaiserin muss stets unantastbar, unnahbar sein.

Ik moet altijd denken aan het feit dat ik hem haat.
Ich muss ständig daran denken, wie sehr ich ihn hasse.

Ik moet altijd bewijzen dat ik iets goed kan.
Ich will immer versuchen, eine Sache gut zu können.