Examples of using Bewegen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik moet meer bewegen van de dokter.
gewrichten begint bij het bewegen.
En gigantische struisvogels die hun achterwerk bewegen zoals dit!
Cirkels… Cirkels… We bewegen allemaal in cirkels.
Witte deeltjes zweven en bewegen snel door de wind.
Ik beweeg niet. Niet bewegen.
Niemand bewegen, ongeacht wat.
Niet bewegen tot je beter bent.
Ja! Ja, ik kan het bewegen.
Schiet op, blijf bewegen!
Mensen onderschatten de impact van bewegen, schat.
Ik zag Cassie bewegen.
Bewegen als aanvulling op je brain training.
Je liet hen bewegen met je houding.
Mike, haal de auto alsjeblieft. Blijven bewegen.
Geleid bewegen is voor de behandeling van de patiënt in coma een noodzakelijkheid.
Nooit bewegen, altijd gefixeerd.
Regelmatig bewegen is ook in oktober 2019 van essentieel belang.
Nou, zeg me wanneer je mijn vingers ziet bewegen.
Ik moet blijven bewegen.