MOVE in Dutch translation

• bewegen
• verplaatsen
• gaan
• verhuizen
• beweging
• verhuizing
• zet
• vooruit
• stap
• schuif
• opschieten
• verhuis
• wonen
• intrekken
• verder
• overgang
• overstap
• overgaan
• doorlopen

Examples of using Move in English and their translations into Dutch

What's your big move here, Carter?
Wat is jouw grote zet, hier, Carter?

One move, and your master dies. What?
Eén beweging en je meester sterft. Wat?

We can move if you want, William.
We kunnen verhuizen als je wilt, William.

Here. We can move this.
Hier. We kunnen dit verplaatsen.

we have gotta move.
we moeten gaan.

Circles… Circles… We all move in circles.
Cirkels… Cirkels… We bewegen allemaal in cirkels.

One wrong move and the hyenas will grab her.
Eén verkeerde stap en de hyena's pakken haar.

It's the move I'm making.
Het is de zet die ik doe.

I can't move, they have got us.
Ik kan niet vooruit, ze hebben ons.

This was our permanent move, remember?
Dit was onze definitieve verhuizing, weet je nog?

What? One move, and your master dies?
Eén beweging en je meester sterft. Wat?

We gotta move this stuff.
We moeten dit spul verhuizen.

You can move metal with your mind.
Jij kunt metaal met je gedachten verplaatsen.

I can move for a mistrial.
Ik kan voor een nietigverklaring gaan.

I saw Cassie move.
Ik zag Cassie bewegen.

Move the desk away from the window.
Schuif het bureau weg van het raam.

My next move will be Madison Square Garden.
De volgende stap wordt Madison Square Garden.

To do this move with your horse.
U doet deze zet met uw paard.

The move was Pat's idea.
De verhuizing was Pat's idee.

One move and Venus is a dead dolly.
Eén beweging en Venus is een dode pop.