Examples of using Bezigheid in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
En inderdaad, zo'n bezigheid is nuttig voor het hele lichaam.
Natuurlijk. Ons bezigheid is jouw plezier.
Het was een leuke bezigheid om je alias te bouwen.
Ideale bezigheid voor uw vogels, duiven en pluimvee.
Het opstellen van offertes voor zonnepanelen is een tijdrovende bezigheid.
Het Sochi Project werd een fulltime bezigheid.
Mijn minst favoriete bezigheid, uitzoeken wat hij wil.
Deze bezigheid en ik lopen in elkaar over.
Flauwe bezigheid van afstijgen en lopen van uur tot uur. Cavalerie!
Je kunt dit moeilijk een mannelijke of nobele bezigheid noemen.
Nicky haar favoriete bezigheid is knuffelen.
Een erg tijdrovende en vervelende bezigheid.”.
De teelt van gladiolen is een fascinerende en nuttige bezigheid.
Want al zijn dagen zijn smarten, en zijn bezigheid is verdriet;
De favoriete bezigheid van mijn werk is het mysterie.
Speeltjes apporteren, achter alles aanhollen is hun geliefde bezigheid.
Publieke dienstverlening is in toenemende mate een service gerichtte bezigheid.
Ook het drogen van producten is een leuk en leerzame bezigheid.
Het fotograferen van oud roest vind ik altijd een erg inspirerende bezigheid.
Past het licht aan op basis van uw leeftijd, bezigheid en slaaptijden.