Examples of using Cadeau in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik heb een cadeau voor je. Ja moeder.
Producten getagd met Sushi cadeau set.
Het is een cadeau voor Manny.
Perfect als cadeau of traktatie voor jezelf.
Cadeau bon Voor ieder bedrag verkrijgbaar, mooi verpakt met een klein cadeautje.
Skywards mijlen kunnen worden gekocht, cadeau worden gedaan en overdragen via emirates.
Mag ik mijn cadeau eerst eens proberen?
Dit cadeau is voor Rocco.
Mensen die boeken als cadeau krijgen lezen ze altijd.
Producten getagd met babyshower cadeau geven.
Dit is mijn echte cadeau.
Het boek is een cadeau voor de medewerkers en relaties van het bedrijf.
Kan een status cadeau worden gedaan aan een huidig Gold- of Diamond-lid?
Ja. Die jij ons cadeau zult blijven doen als we eruit gegooid worden.
Cadeau verplicht.
Een cadeau van Chen Yi voor Kwai Chang.
Een geweldig cadeau voor je familie en vrienden.
Producten getagd met cadeau voor baby.
Dr. Stone? Ik heb een cadeau voor je.
Een status kan cadeau worden gedaan aan een huidig Gold- of Diamond-lid.