Examples of using Cider in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Frisdranken, alcoholische dranken, cider en algemene dranken.
We zullen alles gewoon door de cider zetten.
De nadruk wordt er gelegd op topkwaliteit gerechten met echte, traditionele bieren en cider.
Ik zeg: Bedankt voor de cider.
Tafel dicht bij de muur heeft drie cider nodig, alstublieft.
Met een cider vinaigrette.
Twee cider.
Geen zorgen. Het is cider.
Underwood, het Cider Festival.
Je bent walgelijk. En ik stal wat cider.
M'n goede fee… Vergeet de cider niet.
Ik zal wat cider voor je halen.
Cider huis is in de koelkast om onze aankomst te vieren.
Ik zal wat cider voor je pakken. Dank je.
IJswater wordt toegevoegd Apple cider azijn verhouding- één tot twee.
Cider productietechnologie- wat heb je nodig voor de productie van cider?
Cider azijn gemaakt van kokosnectar.
Cider spierkracht met appel en zeeduivel.
Cider productie-, distributie- en verkooptechnologie.
En uiteraard cider, zoveel je wilt.