Examples of using De presentator in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
De presentator had technische problemen
U moet, als de presentator, beschikken over PowerPoint.
De presentator was overigens veel jonger dan de rest.
De presentator of acteur gebruikt uw product in de uitzending.
Ze is de weekend presentator 's ochtends op kanaal zeven.
Dames en heren, de presentator van Jack Talk: Jack McFarland!
De presentator van Make Me Laugh.
Jij bent de presentator van Wake Up, San Francisco.
De presentator van The Price Is Right?
Ontmoet allemaal de presentator en ster van het Pasgetrouwden Spel.
Hij was er de eerste presentator, eindredacteur en muzieksamensteller van.
Billy Parker is de presentator van hun ochtendshow.
Yusuf Bet Turo, de presentator van de Suryoyo TV te beluisteren.
De presentator zal het publiek vragen te stemmen voor iedere band.
De presentator van het programma was de heer Nimro Oromoyo Oez.
De presentator bood hem een brokje kaas aan.
De presentator nam het bakje ongeduldig van de grond.
De presentator vroeg… hoe de onderhandelingen over haar aandelen verlopen waren.
De presentator is ziek
Hoorde u dat de presentator dat zei?