Examples of using Een informant in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Erickson was een informant, meer niet.
Hij was een goede informant.
Ze is een informant, Haley.
Hij is een informant van me.
En jij was zijn informant. Khurram was een informant voor het leger.
Hij is een informant, getuigde in een verzegelde rechtszaal.
We hadden ooit een informant bij haar, in een andere missie.
Een informant.
Dacht dat ze een informant was?
Hij is een informant van mij.
Wat, ben een informant voor niets?
Ik ga me nooit voordoen als een informant.
Iedereen die te maken krijgt met een informant heeft twee belangrijke verantwoordelijkheden.
Een informant gaat niet altijd vrijuit.
Een informant van ons is vermoord.
Een informant na het feit.
Ze is een informant, daarom.
Ik moet een informant spreken.
Hij wilde dat ik een informant genaamd Baby zou vinden.