Examples of using Een manager in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Dat krijgt een manager.
Niet zomaar een manager.
Niet zomaar een manager.
Jij bent nu een manager.
Ik hoor dat u een goede manager bent.
Lk heb geen probleem met een office manager.
Tien chauffeurs en bijrijders, een manager, een secretaris.
Ik heb een manager nodig.
Hierdoor heeft een manager minder tijd voor de“core business”.
Uiteraard spreekt dat een manager als Ewalts aan.
Meestal verzendt u statusrapporten die een manager voor u heeft opgesteld.
Een manager begeleidde consulenten,
Op een middag kwam ik een manager tegen in de lift.
Een manager is iets anders.
Nou, een manager, dat zou Davids droom zijn.
Ray en ik chanteren een manager van Reynolds Metals.
Heb je een manager?
Heb jij een manager?
Barack is net een manager van Burger King.
Heb je een manager?