Examples of using Een vliegtuig in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Een vliegtuig?- Uit Anatalia.
Een vliegtuig, aan formaat en snelheid te zien.-Wat is 't?
Ze zeggen dat een klein vliegtuig het gebouw heeft geraakt.
Ze botsten met een klein vliegtuig met 21 passagiers.
Het verzamelen van data voor geografische puntenwolken gebeurt veelal vanuit een vliegtuig.
Je gaat nu uit een vliegtuig springen.
En bieden troost als je een vliegtuig neemt. Ze ruiken het als julie ziek zijn.
Er vertrekt een vijandelijk vliegtuig.
Zoals op een vliegtuig?
Weet je waarom ik een eigen vliegtuig heb?
Een ander vliegtuig in zicht.
In die tijd had niemand veel op met het vliegen in een vliegtuig.
Drie uur vertraging en een vol vliegtuig.
Daar gaat weer een vliegtuig.
Een vliegtuig komt deze kant op.
Net als in een vliegtuig met drukvereffening.
Zoals op een vliegtuig?
Er is een Duits vliegtuig geraakt!
Pak het geld dat je heb en een vliegtuig.
Ze zeiden dat ze instortte toen ze een vliegtuig uitstapte.