Examples of using Egoïstisch in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik ben zo egoïstisch.
zelfzuchtig, egoïstisch en volkomen.
Dit is crimineel en egoïstisch.
Door egoïstisch, dom en ongeduldig te zijn.
Wreed, egoïstisch, paranoïde.
Ons egoïstisch verlangen is niet tevreden met wat het heeft.
Ze zijn dom, ziek, egoïstisch.
Hij kan zo egoïstisch zijn.
Zelfs voor een roofdier ben ik egoïstisch.
Is het dan niet egoïstisch om de prijs laag te willen houden?
De auteur wil laten zien hoe slecht en egoïstisch rijke mensen kunnen zijn.
Hij is dwangmatig, overmoedig en egoïstisch.
Nee, het is egoïstisch en idioot.
Omdat jij egoïstisch bent.
Ik wilde niet egoïstisch zijn.
Zo egoïstisch, dat is jou antwoord.
Maar het systeem waarin we leven is egoïstisch.
Het is heel egoïstisch.
Hij is een oppervlakkig, egoïstisch, autocue lezend leeghoofd.
Ik ben niet echt een egoïstisch iemand.