Examples of using Europa in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
halen we de Europa League.
Ik ben de hele zomer in Europa.
Walvissen op Europa.
De Alpen zijn in Europa.
Ik heb oude vrienden in een groep die Eros Europa heet.
Julia gaat met Sam naar Europa.
En van de Spaanse Picos de Europa.
Niet alleen voor Oekraïne, maar ook voor Europa.
Een maan van Jupiter. Op Europa.
Dat heb ik gedaan op Europa.
Dit vlees is in Europa exclusief verkrijgbaar bij Iberdeli.
De tocht door Europa kost duizenden euro's per persoon.
Een Europa dat werkt voor iedereen.
Wij kunnen binnen Europa alleen pakketten versturen, geen pallets.
Een Europa dat in staat is om dreigingen van buitenaf het hoofd te bieden.
Een Europa dat beschermt: schone lucht voor iedereen.
Wij hebben het Europa niet uitsluitend gemaakt voor het kapitaal en de goederen.
Europa in beweging 1994.
We kunnen naar Europa gaan, of naar Spanje.
Europa in het Chinese vasteland.