Examples of using Fijn in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Fijn dat u onze dochter heeft geprobeerd te redden.
Fijn voor u. En te luisteren.
Fijn dat ik kon helpen. Wat?
Sheriff Hood. Fijn om je te ontmoeten.
Rechercheur Ortega. Fijn u te zien.
We kunnen vertrekken- nadat ik het heb uitgecheckt. Fijn.
Voeg dit fijn gedetailleerde ontwerp toe aan moderne maatwerklooks.
Het is fijn u weer te zien mevrouw Cassidy.
Het was fijn om je weer te zien, Miss Thatcher.
Fijn dat u vandaag allemaal bent gekomen.
Fijn dat hij met jullie werkt.
Sir Geoffrey, fijn om u te zien.
Het is fijn je te ontmoeten.
Dat was fijn, Rachel. Rachel!
Hoe is het met Olive? Goed. Fijn.
Turks extra fijn gemalen koffie(stand 1).
Fijn dat u het zo makkelijk maakt.
Fijn om u te ontmoeten, Mr Gillespie.
Wat fijn u zo snel weer te zien.
Fijn dat je me dat verteld hebt.