Examples of using Goed gezelschap in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Je bent in goed gezelschap.
Ik ben geen goed gezelschap vanavond.
Chisum en Tunstall zijn goed gezelschap.
Iemand die de zwaartekracht ontdekt is goed gezelschap.
We hebben genoten van gegrilde vis en goed gezelschap.
Je vriendin is goed gezelschap.
Schoener vakantie in goed gezelschap.
En in goed gezelschap.
Ik ben vanavond geen goed gezelschap.
Wie naar de programma's van Deutschlandradio luistert, bevindt zich in goed gezelschap.
Sorry ik ben niet heel goed gezelschap vanavond.
Ze was echt goed gezelschap.
Heren… U bevindt zich in goed gezelschap.
Ik ben in goed gezelschap.
Heerlijke koffie en goed gezelschap.
Maar vooral ben je goed gezelschap.
Geweldig product en goed gezelschap.