HARDWERKEND in English translation

hardworking
hardwerkend
ijverig
een hardwerkende
hard werkende
harde werker
vlijtig
hard-working
een hardwerkende
vlijtig
hardwerkende
hard werkende
harde werker
ijverige
een hardwerkend
hard working
hard werk
zwaar werk
hard te werken
inzet
keihard werken
moeilijke werk
noeste arbeid
harde arbeid

Examples of using Hardwerkend in Dutch and their translations into English

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
De mannen zijn hardwerkend, ijverig en onvermoeibaar.
The men are hard working, diligent, tireless.
We zijn een dynamisch en hardwerkend online marketing bureau.
We are a dynamic and hard-working online marketing agency.
intelligent, hardwerkend en sociaal.
intelligent, hardworking and social.
Zora is buitengewoon gemotiveerd, hardwerkend en betrouwbaar.
Zora is an extremely motivated, hard working and reliable.
Hij is zeer betrouwbaar, hardwerkend en vriendelijk.
He is very reliable, hard-working, and friendly.
Ik beschouw mezelf als een hardwerkend en verantwoordelijk meisje.
I consider myself a hardworking and responsible girl.
georganiseerd en hardwerkend.
organised, and hard working.
Zijn ouders zijn welgestelde landbouwers, hardwerkend en diep christelijk.
His parents were well-to-do farmers, hard-working and deeply Christian.
Toegewijd, enthousiast en hardwerkend.
Dedicated, passionate and hardworking.
Alona is buitengewoon hardwerkend en professioneel.
Alona is extremely hard working and professional.
Een bescheiden, hardwerkend Amerikaans gezin.
A modest, hard-working American family.
Hij was toegewijd, hardwerkend, integer.
He was committed, hardworking, honorable.
Ik ben een serieus en hardwerkend iemand.
I'm a serious and hard working person.
Methode №1 voor zuinig en hardwerkend.
Method№1 for thrifty and hard-working.
Hij was toegewijd, hardwerkend, eervol.
He was committed, hardworking, honorable.
Ik ben een hardwerkend iemand.
I'm a hard working person.
zeer vriendelijk en hardwerkend.
very friendly and hard-working.
eerlijk, hardwerkend man.
honest, hardworking man.
Ik beschouw mezelf een lief, hardwerkend en verantwoordelijk meisje.
I consider myself a sweet, hard working and responsible girl.
Eerlijk en hardwerkend.
He's honest and hard-working.
Results: 286, Time: 0.0514

Top dictionary queries

Dutch - English