Examples of using Hem in de auto in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Nu direct! Zet hem in de auto.
Neem Valentin. Zet hem in de auto.
Ik volgde hem in de auto. Wat is er gebeurd?
Je kon hem in de auto voelen.
Ze hebben hem in de auto gelaten.
Wat hem in de auto plaatst.
Ik kan hem in de auto mee terug nemen.
Je kunt hem in de auto op eten.
Leg hem in de auto.
U zei dat u hem in de auto zette.
We hebben hem in de auto.
Help me hem in de auto te krijgen.
Hoe krijgen we hem in de auto?
Stop hem in de auto.
Iemand zette hem in de auto en duwde hem over de berm.
U lokte hem in de auto, met een of ander voorwendsel.
Wat doe je bij hem in de auto?
Oh, shit, Ik moet hem in de auto hebben laten liggen.
Ik liet hem in de auto.
Zet hem in de auto met z'n criminele vriendin.