Examples of using Zit in de auto in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik zit in de auto bij Kate.
I'm in the car with Kate, and.Hij zit in de auto met draaiende motor.
He sits in the car with Taylor zit in de auto.
Taylor's in the car.Herr Oderbruch zit in de auto.
Oderbruch is in the car.Ik zit in de auto, en.
I'm in the car, and.DeBray zit in de auto voor me met Sarneau.
DeBray's in the car ahead of me with Sarneau.Alice zit in de auto achter ons.
Alice is in the car behind us.Oké, ik zit in de auto!
Okay. Okay, I'm in the car!Hij zit in de auto, Raymond.
He's in the car, Raymond.Lauren's moeder zit in de auto.
Lauren's mom is in the car.Oké, ik zit in de auto.
Okay, I'm in the car!Ja, ze zit in de auto.
Yeah, she's in the car.Sarcone zit in de auto.
Óáñêüíå is in the car.Oké, ik zit in de auto! Oke.
Okay, I'm in the car! Okay.Ja, hij zit in de auto.
He's in the car.- Yes.Marcus zit in de auto.
Marcus is in the car.Ik zit in de auto. Ik zit, er.
I'm in the car. I'm, er.Dus hij zit in de auto met de vloeibare meth.
So he's in the car with M'n dochter zit in de auto.
My daughter is in the car.Ik zit in de auto. Mooi.
I'm in the car, coming over. Good.
