Voorbeelden van het gebruik van Zit in de auto in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik zit in de auto.
Ik zit in de auto.
Ik zit in de auto.
M'n pap zit in de auto bij een paar schurken.
Ik zit in de auto.
Ik zit in de auto.
Larry zit in de auto sinds hij de eetzaal verliet.
Ze zit in de auto.
Ik zit in de auto… over te geven.
Ik zit in de auto. Ik kom eraan.
Hij zit in de auto.
Buiten zit mijn man zit in de auto.
Malcolm, je moeder zit in de auto achter ons en we zien haar in het ziekenhuis.
Nee, ik zit in de auto. Ik rij door de stad met Lee.
Ik zit in de auto met Alan York,
dus luister mijn mam zit in de auto, en ik vroeg me af of je niet mee bij mij thuis kwam rondhangen om wat snoep en zo uit te delen.
Ze zat in de auto.
Ik zat in de auto in San Diego.